Verwantschappen
Handleiding voor het vaststellen van de graden van verwantschap met een uitleg over verschillende vormen van verwantschap.
Er zijn twee soorten verwanten:
- Bloedverwanten
Uw bloedverwanten zijn alle personen die één of meer dezelfde voorouders hebben als u.
- Aanverwanten (ook: aangetrouwd)
Uw aanverwanten zijn alle personen die getrouwd zijn met een bloedverwant van u en alle personen die een bloedverwant zijn van uw man of vrouw. (Personen die getrouwd zijn met een bloedverwant van uw man of vrouw zijn geen aanverwant van u. Concreet: de man van de zus van uw man of vrouw is niet aan u verwant!)
Bloedverwanten zijn er in verschillende graden. De graad van verwantschap is te vinden door de stappen te tellen die u in een stamboom moet doorlopen om van de ene bloedverwant bij de andere te komen. Zie onderstaand schema.
overgrootouders: overgrootvader/overgrootmoeder |
|||
3 | 4 | ||
grootouders: grootvader/grootmoeder |
oudoom/ oudtante |
||
2 | 3 | 5 | |
ouders: vader/moeder |
oom/tante | achterneef/ achternicht |
|
1 | 2 | 4 | 6 |
Startpunt | broer/zus | neef/nicht | achterneef/ achternicht |
1 | 3 | 5 | 7 |
kinderen: zoon/dochter |
neef/nicht | achterneef/ achternicht |
achterneef/ achternicht |
2 | 4 | 6 | 8 |
kleinkinderen: kleinzoon/kleindochter |
achterneef/ achternicht |
achterneef/ achternicht |
achterneef/ achternicht |
3 | 5 | 7 | 9 |
achterkleinkinderen: achterkleinzoon/achterkleindochter |
achterneef/ achternicht |
achterneef/ achternicht |
achterneef/ achternicht |
Er zijn nog enkele andere termen voor bepaalde verwanten:
- Schoonouders/schoonvader/schoonmoeder: de ouders van man of vrouw (= aanverwant).
- Schoonzoon/schoondochter: de man of vrouw van zoon of dochter (= aanverwant).
- Zwager/schoonzus: de man of vrouw van broer of zus en de broer of zus van man of vrouw (= aanverwant). Ook: de man of vrouw van zwager of schoonzus (= niet verwant).
- Halfbroer/halfzus: een broer of zus die dezelfde vader en een andere moeder of dezelfde moeder en een andere vader heeft (= bloedverwant). Voor de graad van verwantschap maakt dat overigens geen verschil en geldt een halfbroer of halfzus als een gewone broer of zus.
- Stiefouders/stiefvader/stiefmoeder: een latere man of vrouw van vader of moeder (= aanverwant).
- Stiefkinderen/stiefzoon/stiefdochter: een kind uit een eerder huwelijk van man of vrouw (= aanverwant).
- Stiefbroer/stiefzus: een stiefzoon of stiefdochter van vader of moeder (= niet verwant).
In het dagelijks spraakgebruik wordt ook wel de term achter-achterneef/-nicht gebruikt, waarbij het aantal keer ‘achter-‘ aan moet geven hoe ver de verwantschap terug gaat. Dit leidt echter vaak tot spraakverwarring. Het Nederlands gebruikt de term neef/nicht op twee manieren: een zoon van je broer en een zoon van de broer van je vader zijn allebei je neef. (In het Engels is de eerste je nephew en de tweede je cousin; ook de meeste andere talen kennen dat onderscheid). Ook de term achterneef/-nicht moet daarom in het Nederlands dan op die twee manieren gebruikt worden: de kleinzoon van je oom en de kleinzoon van je oudoom zijn allebei je achterneef. De tweede is tegelijk ook de achterneef van je vader. Maar sommige mensen gebruiken de term achterneef/-nicht maar op één manier en vinden daarom (onterecht) dat de tweede achterneef al je achter-achterneef is omdat hij niet tegelijk de achterneef van jou en van je vader kan zijn. In de juiste methode komt er voor elke twee graden één keer ‘achter-‘ bij. In de onjuiste methode komt er voor elke graad één keer ‘achter-‘ bij. Om deze spraakverwarring te voorkomen, is het beter om de officiële aanduidingen te gebruiken: achterneef/-nicht in de vierde graad, de vijfde graad enz.
De namen van de voorouders in de generaties voor de overgrootouders vindt u in de lijst met de namen van de voorouders.